Woningen in permanente evolutie

De overgrote meerderheid van de huizen en gebouwen die Paul Hamesse (ver)bouwde, kon aan de sloophamer ontsnappen. In tegenstelling tot winkelpuien waren woningen minder aan mode onderhevig en konden ze door interne verbouwingen makkelijker aan de smaak en het comfort van de tijd worden aangepast. De meeste van Hamesses gebouwen combineren commerciële, industriële en/of woonfuncties. De vindingrijkheid waarmee deze architect al deze functies verenigde, heeft ervoor gezorgd dat verscheidene van deze bewaarde gebouwen thans beschermd zijn [i].

Gedurende Paul Hamesses lange carrière evolueerden de stijl en de kenmerken van zijn eengezinswoningen constant, inspelend op de heersende mode. Zijn eerste gebouwen verwijzen nog duidelijk naar Hankar en naar de geometrische art nouveau, terwijl de woningen uit de jaren 1904-1910 de groeiende invloed van de Wiener Sezession verraden. Op zoek naar een eigen stijl, of naar iets totaal anders, produceerde Hamesse ook enkele pittoreske werken. Rond 1910 sloeg hij een decoratieve, minder geometrische weg in met het eclecticisme en de Beaux-Artsstijl, maar uiteindelijk keerde hij met zijn art decowoningen terug naar een zuivere, geometrische lijn. Hij eindigde zijn carrière met modernistische gebouwen ontdaan van bijna elke decoratie.

Zijn eerste woningen zijn te herkennen aan de geometrisering van de decoratieve elementen (krulmotieven en volutes, traliewerk, patronen in hardsteen, houtwerk, topstukken van de pilasters), aan de cirkels, eierlijsten en drievoudige groeven. Friezen van kleine vierkanten versierd met gestileerde bloemen, vaak rozen, verraden de invloed van de School van Glasgow. Zijn smeedijzeren traliewerk met symmetrisch en geometrisch decor is een belangrijk gevelelement. Hij werkt graag met in- en uitsprongen gevormd door erkers en bow-windows bekroond door een balkon. De onderdorpels zijn voorzien van een spuwer, terwijl een spel van materialen de gevel verlevendigt: banden in baksteen, hardsteen voor de onderbouw en de aanzetstenen, breuksteen, geometrische houten korbelen en roedeverdeling in het bovenlicht van de vensters.

De toenemende invloed van de Wiener Sezession en de overgang naar de Beaux-Artsstijl komen tot uiting in het gebruik van guirlandes die in volutes uitmonden. De acroteria, kroonlijsten en bogen worden schouderboogvormig. Op zijn gevels vervangt Hamesse baksteen door witsteen en simili of door pleisterwerk. In zijn woningen ontwikkelt de art deco zich later en in een soberder uitvoering dan in zijn handelszaken, terwijl nog enkele elementen aan de Wiener Sezession herinneren.

 

Text gebaseerd op het artikel « Paul Hamesse & Frères », Mouzelard C., Erfgoed Brussel, n°22, april 2017, p.70-77.

http://erfgoed.brussels/nl/ontdekken/publicaties

 


[i] Gebouw Damman, Lombardstraat 5-9, Brussel; huis Leefson, Schildknaapstraat 47-47A, Brussel; atelier en woning Taymans, Elyzeese Veldenstraat 6-6A, Elsene; voormalige fabriek Emile Goyens, Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat 2, Papenvest, Bloemenhofplein 5 en Fabrieksstraat 1, Brussel. Zie ook de lijst van beschermde gebouwen in Brussel: http://erfgoed.brussels/nl/ontdekken/register-van-het-gevrijwaard-erfgoed.

 

Foto's